LET OP: de tijdelijke bescherming voor ‘derdelanders’, mensen met een tijdelijke Oekraïense verblijfsvergunning, is geëindigd op 4 maart 2024! Kijk bij vraag 2 (‘Mogen derdelanders werken in Nederland?’) voor de situatie van derdelanders. Onderstaande informatie geldt alleen voor werknemers met de Oekraïense nationaliteit of een permanente Oekraïense verblijfsvergunning.
De werknemer mag, als de tijdelijke bescherming stopt na 4 maart 2026, niet langer in Nederland werken zonder werkvergunning.
De werkgever moet eerst een werkvergunning aanvragen voordat de werknemer verder kan werken. Daarvoor kan de werkgever een Tewerkstellingsvergunning (TWV, de zogenaamde arbeidsmigrantenregeling) aanvragen bij het UWV of een Gecombineerde vergunning voor verblijf en arbeid (GVVA, de zogenaamde kennismigrantenregeling) aanvragen bij de IND. Als de werknemer asiel aanvraagt in Nederland, dan mag de werknemer, als de asielprocedure 6 maanden loopt[1], met een werkvergunning in Nederland werken. Sinds de uitspraak van de Raad van State op 29 november 2023 mag een vluchteling die minimaal 6 maanden in de procedure zit, het hele jaar werken. Eerder gold een maximum van 24 weken per 52 weken. Voor meer informatie zie: Welke werkvergunning heb ik nodig? | UWV | Werkgevers.
Neem Richtlijn in contract op
Je kunt met de Oekraïense en de derdelander met een permanente Oekraïense verblijfsvergunning, mits aan alle voorwaarden voor de tijdelijke bescherming wordt voldaan, een arbeidsovereenkomst voor bepaalde duur af te spreken die van rechtswege eindigt op 4 maart 2025. Je kunt in de arbeidsovereenkomst opnemen dat als de Richtlijn Tijdelijke Bescherming wordt verlengd tot 4 maart 2027 de arbeidsovereenkomst wordt verlengd, als er geen andere redenen zijn om de arbeidsovereenkomst niet te verlengen.
Contract voor onbepaalde duur of lopend tot na 4 maart 2026
Als de werkgever met de werknemer een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur (of een arbeidsovereenkomst die van toepassing is na 4 maart 2026) heeft afgesproken, dan zijn er na 4 maart 2026 de volgende mogelijkheden:
- De werkgever vraagt tijdig een ontbinding aan bij de kantonrechter om de arbeidsovereenkomst per 4 maart 2026 te laten eindigen. Dit in verband met de zogenaamde preventieve ontslagtoets. Zo’n procedure vraagt tijd. Soms wel 3 maanden of langer. Als de arbeidsovereenkomst niet op 4 maart 2026 is ontbonden, dan blijft de arbeidsovereenkomst met de werknemer in stand en lijkt het niet werken (omdat er geen werkvergunning is) voor rekening van de werkgever te komen waardoor het loon moet worden doorbetaald.
- De werkgever kan met de werknemer overeenkomen om in gezamenlijk overleg de arbeidsovereenkomst per 4 maart 2026 met wederzijds goedvinden te beëindigen.
Bij een beëindiging van het dienstverband op initiatief van de werkgever is de werkgever een transitievergoeding verschuldigd. Gezien de duur van het dienstverband is de hoogte van de transitievergoeding beperkt. De transitievergoeding bedraagt 1/3 maandsalaris per heel dienstjaar vanaf de eerste werkdag plus een aanvullende vergoeding voor de gewerkte periode in een deel van een heel dienstjaar.
Als de werkgever met de werknemer een arbeidsovereenkomst heeft gesloten waarin staat dat de arbeidsovereenkomst voortijdig eindigt bij het ontbreken van een geldige werkvergunning, dan is het vervallen van de verblijfsstatus van de werknemer geen reden voor een ontslag op staande voet. Dat is door de rechter bepaald. Je kunt ook in dat geval de preventieve toets bij de kantonrechter doen indien een beëindiging met wederzijds goedvinden niet mogelijk is.
[1] Deze periode vangt aan na de melding bij de gemeente in Nederland.
[2] Als de IND een asielaanvraag goedkeurt, dan krijgt een vluchteling het verblijfsdocument ‘asiel bepaalde tijd’. Op het document staat ‘arbeid is vrij toegestaan’. De asielzoeker heeft dan geen werkvergunning nodig om te werken.