Statushouders met een geldige verblijfsvergunning mogen zonder beperkingen werken. Er is geen tewerkstellingsvergunning (TWV) nodig. Zij hebben dezelfde rechten en plichten als Nederlanders op de arbeidsmarkt.
Wanneer je een statushouder in dienst neemt, kom je mogelijk in aanmerking voor diverse fiscale voordelen en (subsidie)regelingen. Dit verschilt per gemeente, maar onderstaande regelingen komen vaak voor:
- Tijdelijke loonkostensubsidie: een vast geldbedrag voor extra begeleiding en/of lagere arbeidsproductiviteit.
- Stimuleringspremies: tijdelijke compensatie voor het minimumloon.
- Tegemoetkoming in extra kosten voor bijvoorbeeld begeleiding, scholing of aanpassing van de werkplek.
Lees alles over de verschillende regelingen
Let op: per 1 januari 2025 is het LIV (Lage InkomensVoordeel) afgeschaft. Het LKV (LoonKosten Voordeel) voor oudere werknemers wordt in 2025 afgebouwd.
Per januari 2026 zal het LKV voor oudere werknemers worden afgeschaft. Kijk voor meer informatie hierover op deze pagina van de Rijksoverheid.
Wanneer de werknemer meer begeleiding nodig heeft, kun je voor de werknemer jobcoaching aanvragen.
- Werkt de werknemer in loondienst? Dan vraag je de jobcoaching aan via het WSP.
- Werkt de werknemer via een uitzendorganisatie? Dan kan de uitzendorganisatie hier een rol in spelen.
Op deze pagina vind je onder de kop PRAKTISCHE TIPS allerlei instrumenten die handig zijn bij het ondersteunen van de werknemer.
Meer weten?
Neem contact met ons op.Elke gemeente heeft een taakstelling omtrent de huisvesting van statushouders. Het COA koppelt de statushouders aan de betreffende gemeente.
Het is voor de integratie en participatie belangrijk dat statushouders zo snel mogelijk een eigen verblijfplaats krijgen. Direct nadat statushouders hun verblijfsvergunning hebben ontvangen, voert een COA-medewerker een huisvestings- en screeningsgesprek met hen.
Tijdens dit gesprek wordt gevraagd naar bijzonderheden voor de benodigde huisvesting, de opleiding en de werkervaring in het land van herkomst. Naast de verblijfplaats van eerstegraads familieleden en medische bijzonderheden zijn dit de ‘harde’ criteria. Daarnaast worden de ambities en het sociale netwerk in kaart gebracht. Dit worden ‘zachte’ criteria genoemd.
Klik hier voor meer informatie over dit onderwerp
Ons advies aan de werkgever is om een kopie van het arbeidscontract te overleggen aan de medewerker van het COA, zodat deze factor kan worden meegenomen in de beslissing aan welke gemeente iemand gekoppeld wordt.
Vluchtelingen zijn verplicht om in Nederland binnen drie jaar in te burgeren. Dat betekent dat zij de Nederlandse taal redelijk moeten beheersen en over enige kennis van de Nederlandse samenleving en de arbeidsmarkt beschikken. Om aan de inburgeringsplicht te voldoen, volgen de meeste vluchtelingen een cursus en doen ze het inburgeringsexamen.
Onder de oude wet uit 2013 zijn vluchtelingen zelf verantwoordelijk voor hun inburgering. Dit lukt vluchtelingen echter niet zonder hulp, omdat zij nog maar kort in Nederland zijn en de taal vaak nog niet spreken. In 2022 is daarom een nieuwe inburgeringswet ingevoerd waarbij gemeenten de taak krijgen om vluchtelingen een inburgeringscursus aan te bieden en te begeleiden bij hun inburgering.
Klik hier voor meer informatie over dit onderwerp.
Ons advies is om met de werknemer te bespreken wanneer deze persoon de cursus volgt. Wellicht moet je hier de werktijden op aanpassen.
Wat zijn de formele stappen voor het aannemen van nieuwkomers?
Voor statushouders geldt dat een werkgever hiervoor geen extra stappen hoeft te ondernemen dan voor een Nederlandse werknemer.