“Voor de kinderen van Oekraïners is alles prima geregeld, boven de 18 vallen ze tussen wal en schip. Zij hebben geen vaste regelingen voor taallessen.” Ina de Vreeze kan het weten. Ze is Projectleider Educatie taaltraject Oekraïne bij het Alfa-college in Groningen, een ROC met een groot lesaanbod voor volwassenen.
“Onder de 18 heeft iedereen recht op primair en voortgezet onderwijs. Maar daarna is er eigenlijk niets. Met name voor de groep van 18 tot 23 is dat een groot probleem. Die jongvolwassenen horen les te krijgen, op een beroepsopleiding of de universiteit, waar ze klaargestoomd worden voor een baan.”
Financiering
De uitzonderingspositie voor Oekraïense vluchtelingen heeft het grote voordeel dat ze meteen mogen werken. Maar waar vluchtelingen uit andere landen recht hebben op Nederlandse taallessen en een inburgeringscursus, draait het bij Oekraïners altijd weer om de vraag wie dat gaat betalen. Na het uitbreken van de oorlog in Oekraïne kreeg Ina daar zelf ook mee te maken. “Gaan we gewoon beginnen met lesgeven, of gaan we eerst de financiering rond krijgen? Het college van bestuur van het Alfa-college spoorde ons aan om alvast te starten, waarna ook Noorderpoort (ook een ROC) en de gemeente Groningen aanhaakten. Pas toen de pilot al liep, kwam er een akkoord over de financiering. Die werd in 2022 regionaal geregeld, met subsidie van de regionale mobiliteitsteams Het noorden werkt door.
De toekenning gaf duidelijkheid voor het Alfa-college en collega-instelling Noorderpoort, die vrijwel alle taallessen voor Oekraïners voor hun rekening namen in de provincies Groningen en Drenthe. “Alleen liepen die afspraken tot januari 2023. Sindsdien moeten we weer met elke gemeente afzonderlijk in gesprek. Daardoor hebben we de taallessen de eerste maanden van 2023 bijvoorbeeld niet kunnen geven.”
Cursisten
Het Alfa-college had al veel ervaring met lessen Nederlands voor anderstaligen. “De lessen voor Oekraïners zijn niet wezenlijk anders dan die voor bijvoorbeeld Syriërs of Afghanen. We geven dezelfde cursus Nederlands voor anderstaligen, van niveau 0 naar A1, en vervolgcursussen naar A2. Een voordeel voor ons was dat we in het eerste jaar vier docenten hadden die Oekraïens of Russisch spraken. Nu hebben we nog één docent die Oekraïens spreekt, al werd onze speciaal voor dit project opgezette studentenservice tot voor kort ook bemand door een Oekraïense.”
Vooral in het begin waren veel cursisten hoogopgeleid. “Artsen, architecten, academici. De kans dat zij hetzelfde vak kunnen uitoefenen in Nederland is heel erg klein, simpelweg omdat ze de taal niet spreken. En niveau A1 of A2 is daarvoor ook niet voldoende. Al merken we wel dat die hoogopgeleide mensen vaak veel sneller leren dan anderen.”
“In het begin wilden veel Oekraïners liever Engels leren dan Nederlands. Daar hadden ze immers meer aan als ze weer naar huis gingen. Inmiddels is die behoefte veel minder. Nu ze langer hier zijn, willen ze vaker kunnen meekomen in Nederland. Bijvoorbeeld omdat hun kinderen op school les krijgen in het Nederlands.” Overigens financieren gemeenten niet langer lessen Engels voor deze doelgroep.
Geen vrijblijvendheid
“We hebben geleerd dat een groep cursisten nog wel eens verandert in de eerste paar lessen. Dan komen ze om welke reden dan ook niet meer opdagen. Na twee weken krijgt dat zijn uiteindelijke vorm en delen we de boeken uit, met de bijbehorende online toegang.” Ook kwam het voor dat er opeens extra mensen in de klas zaten. “Dan hadden ze een kennis meegenomen die ook wel Nederlands wilde leren. Daarvan hebben we moeten uitleggen dat dat niet de bedoeling was.”
Zoals ook moest worden uitgelegd dat er een verschil is tussen vrijwilligheid en vrijblijvendheid. “Inmiddels leggen we vast dat cursisten minimaal tachtig procent van de lessen moeten volgen. Niemand is iets verplicht, maar als je eraan begint, verwachten we wel inzet.” Tot nu toe hebben enige honderden Oekraïners een cursus Nederlands gevolgd aan het Alfa-college. En het einde lijkt nog niet in zicht.